Zorg(structuur)
- Jaco Luijten
- 26 jun 2019
- 6 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 28 jun 2019
Onderzoeksvraag: Hoe wordt er samengewerkt tussen basisscholen en externen, zoals ouders, experts, zorginstanties, SBO scholen en naschoolse opvang?
Zorgstructuur op mijn stageschool in Suriname
In dit verslag wordt de zorgstructuur van mijn stageschool in Suriname beschreven op macro, meso en micro niveau. De informatie die gebruikt wordt in dit verslag komt vanuit gesprekken met de zorgcoördinator, de website van mijn stageschool en de contactpersoon vanuit het CPI (christerlijk pedagogisch instituut). Bij het kopje micro beschrijf ik mijn eigen klas en die van mijn medestudenten die op dezelfde school stagelopen.
Macro niveau
De scholen in Suriname hebben geen zorgplicht, dit houdt in dat ouders zelf op zoek moeten gaan naar een geschikte school voor hun zoon of dochter. Deze verantwoordelijkheid ligt dus niet bij de desbetreffende school, in tegenstelling tot Nederland. Als een leerkracht observeert dat een kind extra ondersteuning kan gebruiken kan de hij of zij dit aangeven bij de eventuele zorgcoördinator of de directie. Zij controleren dan of de zorg nodig is. Vervolgens wordt dit naar de ouders gecommuniceerd en is het aan hen om hun zoon of dochter te laten diagnosticeren. Dit kan eventueel via een instantie van de overheid die gratis is, hierbij is echter een extreem lange wachtrij. Ook is er een optie om de leerling naar een particuliere instantie te brengen voor een diagnose. De ouders kunnen advies krijgen van de school over bij welke instantie ze terecht kunnen. Hier hebben echter niet alle ouders de financiële middelen voor of behoefte aan, waardoor dit niet altijd gebeurt. De leerkracht en zorgcoördinator brengen vervolgens in samenwerking met de ouders de extra onderwijsbehoefte van het kind in beeld. In dit plan staat wat de leerkracht aan differentiatie kan doen ter behoeve van de leerling. Ook kan de leerkracht tips geven aan de ouders/verzorgers over wat ze eventueel thuis kunnen doen, of welke externe partners de ouders in kunnen inschakelen. In Suriname is het niet zo dat wanneer blijkt dat de ondersteuningsbehoefte van het kind groter is dan de school en ouders eventueel zelf kunnen bieden, de school zorgplicht heeft. Er is in Suriname een Bijzonder Onderwijs school, hoe de leerlingen hier terecht kunnen komen is me echter nog niet helemaal duidelijk geworden. De zorgcoördinator gaf aan dat deze scholen ook nog in ontwikkeling zijn.
Wanneer een leerling op het kinderdagverblijf heeft gezeten worden de observaties over een leerling doorgespeeld naar de basisschool. Dit is een minimale overdracht waarbij alleen de basis wordt besproken. Verder zijn er leerlingen op mijn stageschool die ook op de voor- en naschoolse opvang (waar ik hiervoor stage liep) zitten. Een van de tantes brengt de kinderen 's ochtends naar school en ze worden ook door de opvang opgehaald na school. Er wordt verder niet gesproken tussen de school en de kinderopvang. Als de tantes iets willen weten over school zullen zij dit met de ouders of met het kind moeten bespreken. Pas in uiterste gevallen kunnen ouders voorstellen om contact op te nemen met de school.
Meso niveau
Mijn stageschool is gevestigd in Paramaribo noord en is een particuliere basisschool. Dit houdt in dat de ouders de educatie van de kinderen zelf moeten financieren en hier mijn stageschool is voor Surinaamse begrippen prijzig. Hierdoor heeft de school wat meer te besteden, maar de ouders zelf ook, wat ik terug zie binnen de populatie van de school. De school telt ongeveer 230 leerlingen, onderverdeeld in 10 groepen, en ongeveer achttien personeelsleden. Het is een particuliere school en richt zich voornamelijk op het helpen van leerlingen die meer begeleiding en ondersteuning nodig hebben. Daarom hebben zij de volgende doelstelling: “ Zorgen dat in hun ontwikkeling bedreigde kinderen (en gezinnen) optimale kansen worden geboden binnen de School”.
Dit doel is een mooi streven en ik denk dat de school al veel probeert om het doel te bereiken. Als ik de begeleiding en ondersteuning vergelijk met Nederland denk ik echter dat er kansen liggen die nog niet aangepakt worden. In de klas wordt gedifferentieerd binnen de mogelijkheden van de leerkracht, wat helaas erg minimaal is. Er wordt vanuit de directie, naar mijn mening, te weinig extra handen, informatie en materialen aangeboden om het de leerkrachten makkelijker te maken om te differentiëren. Ook merk ik op dat de hulp die geboden wordt voornamelijk naar de zwakkere leerlingen gaat en niet naar hoogbegaafde of makkelijk lerende leerlingen.
Aangezien de stageschool zich veel bezighoudt met de zorg hebben zij voor Surinaamse normen veel hulp in huis. Zij beschikken namelijk over een remedial teacher, intern begeleider, schoolmaatschappelijk werker en een orthopedagoog / ontwikkelingspedagoog. Zij en de leerkrachten werken aan een goede zorg voor elke leerling door individuele kindgesprekken, gezinsbegeleiding, leerkrachtenbegeleiding en kindbegeleiding.
Lezen is volgens mijn stageschool erg belangrijk voor de ontwikkeling van het kind. Op de school besteden zij daarom, naar eigen zeggen, veel tijd aan leesonderwijs. Er wordt 3 keer per week groepsdoorbrekend op niveau (AVI) gelezen. Verder is er een uitgebreide bibliotheek waar de kinderen de meest prachtige en spannende boeken kunnen lenen. Op de site staat verder aangegeven: Wij werken ook met een dyslexieprotocol. Dit is een stappenplan dat nauwkeurig gevolgd wordt. In dit plan is opgenomen welke stappen de leerkracht onderneemt met kinderen die achterblijven op het gebied van lezen en spelling. Kinderen die een achterstand hebben worden in de klas door hun eigen leerkracht of Remedial Teacher 5 dagen per week extra ondersteund. Als er na intensieve begeleiding geen verbetering is, kan verder onderzoek nodig zijn. In dit geval wordt u doorverwezen naar een deskundige. Voor de eindtoets van groep 8 wordt in overleg met de behandelende deskundige een aanpassing van de toets aangevraagd. Hierbij valt te denken aan extra tijd en vergrote letters.
De groepsleerkrachten zijn eindverantwoordelijk voor de leerlingen in hun groep.
Om de aandacht en ondersteuningsbehoeften voor de leerlingen te borgen moeten zij alles wat de leerlingen doen toetsen en met een cijfer registreren in Parnassys. Het invoeren doet de zorgcoördinator, omdat de andere docenten nog niet hun draai hebben gevonden met dit programma. In het leerlingvolgsysteem Parnassys wordt door de leerkrachten in Nederland jaarlijks het HGW (handelings gericht werken) document ingevuld. In het HGW document, staan de stimulerende (SF) en belemmerende factoren (BF) en onderwijsbehoefen (OWB) van elke leerling benoemd. Daarnaast worden opmerkelijke en of belangrijke zaken vanuit de dagelijkse situaties door de leerkrachten geregistreerd in Parnassys onder ‘observaties leerlingen individueel’. Ik zou mijn stageschool in Suriname aan willen raden om hier ook mee te gaan werken, aangezien ze Parnassys toch al gebruiken) en de leerkrachten een korte cursus geven in hoe hier mee gewerkt kan worden.
In alle groepen worden eveneens expliciete kindgesprekken door de leerkrachten gevoerd met de leerlingen.
Er zijn algemene pleinregels op de school die de veiligheid en zorg van de leerlingen waarborgen. Hierbij behoord ook het pestprotocol, waar in de periode dat wij net stage liepen extra aandacht aan werd besteed. Het pestprotocol betreft 3 doelen: alle kinderen in hun basisschoolperiode een veilig gevoel geven, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen; Kinderen en volwassenen de gelegenheid geven elkaar aan te spreken als er zich ongewenste situaties voordoen, door de regels en afspraken zichtbaar te maken; Alle kinderen in de gelegenheid stellen om met veel plezier naar school te komen door elkaar te steunen en wederzijds respect te tonen.
De stageschool werkt graag nauw samen met ouders. Zij vinden dat het aan zowel school als ouders is om samen de juiste condities te scheppen om de ontwikkeling van de kinderen te bevorderen. Dit is terug te zien in de oudercommissie en het gebruik van hulpouders.
Micro niveau
Ik loop stage in groep 5. Mijn mentor is nog niet zo lang afgestudeerd en hij heeft een tijd in Nederland gewoond. In zijn visie en manier van werken loopt hij naar mijn mening redelijk voor op andere mentoren. Zijn focus ligt voornamelijk bij sociale vaardigheden, zoals samenwerken en thematisch werken.
In de klas merk ik vrij weinig van de zorgstructuur van de school. Mijn mentor doet erg zijn best om te differentiëren en om onze zorgleerlingen te bieden wat zij nodig hebben, maar ik vind dat hij hier niet voldoende begeleiding bij krijgt of tools voor krijgt. Ik heb tijdens het observeren in de afgelopen periode ook nog geen remedial teacher, intern begeleider, schoolmaatschappelijk werker of orthopedagoog/ontwikkelingspedagoog gezien in de klas.
In een andere klas zie ik de begeleiding van de zorgcoördinator wel terug. In groep 2 hebben ze 12 zorgleerlingen. De aandacht van de zorgcoördinator gaat dus ook grotendeels naar deze groep.
Ik heb begrepen dat de leerkrachten zelf mogen kiezen of ze een zorgplan schrijven of een groepsplan schrijven of het uit hun hoofd willen doen. Er is niets dat ik in kan zien om een overzicht te krijgen van het niveau van de leerlingen, wat ik wennen vond omdat dit in Nederland wel altijd aanwezig is. Ook heb ik geobserveerd dat de hulp die geboden wordt vrijwel altijd gericht is op taal of rekenen en niet op sociaal emotioneel gebied.
Mijn mentor zou heel graag in niveaugroepen willen werken maar weet nog niet goed hoe dit effectief aangepakt zou kunnen worden. Hij werkt wel met de niveaugroepen in de methode en probeert leerlingen die moeilijker leren extra hulp of instructie te geven. Als er een groepsplan zou zijn zou het werken in niveaugroepen een stuk makkelijker gaan. Wat ik persoonlijk ook een belemmering vind is dat het verplicht is om hier alle opdrachten uit de methode te maken. Als er bijvoorbeeld bij rekenen één opdracht over breuken niet in het schrift staat, kan een ouder een leerkracht hier op wijzen waardoor de leerling dan die repetitie (toets) niet hoeft te maken. Dit zorgt dat leuke werkvormen inbrengen of vakgeïntegreerd en thematisch werken ontzettend lastig wordt. Ik zie dit echt als een beperking.
bron:
Website van de stageschool, aan te vragen wanneer nodig.
Commentaires