Lessenreeks wonen, bij de naschoolse opvang
- Jaco Luijten
- 20 mei 2019
- 6 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 10 jun 2019
Tijdens mijn stageperiode bij de naschoolse opvang mocht ik een lessenreeks bedenken (van ongeveer 1,5 uur) binnen een thema dat ik zelf wilde. Omdat ik graag meer wilde leren over de thuissituatie van de leerlingen, maar het wel toegankelijk moest blijven voor de leeftijden 4 t/m 8 heb ik voor het thema wonen gekozen.
Samen met Anouk, die er bij het tweede uitvoermoment bij was, ben ik deze lessen/activiteiten gaan bedenken. Onze grootste vraag was wat we graag wilde weten van de leerlingen en hoe we dat in kaart konden brengen voor de verschillende leeftijden. Een gesprek aangaan met deze leerlingen kan namelijk lastig zijn i.v.m. leeftijd, taalverschillen en woordenschat.
Wat zou voor de Surinaamse kinderen een droomslaapkamer zijn?
Op deze vraag kwamen wij uiteindelijk uit. We hadden verschillende andere activiteiten bedacht omtrent het thema wonen, maar dit was de vraag voor de eindopdracht. Het idee was om de leerlingen een tekening te laten maken van hun droomslaapkamer en hierover vragen te stellen voor onze eigen interesse. Doordat ze aan het tekenen zijn en hun fantasie loslaten over het onderwerp, denken we dat ze meer inhoud kunnen geven aan de vragen en dit eventueel beeldend kunnen laten zien. Waar we benieuwd naar zijn is of deze leerlingen bijvoorbeeld elektrische apparaten zullen tekenen, welke kleuren ze gebruiken, of ze een grote of een kleine slaapkamer tekenen en of het weer invloed heeft op bepaalde functies van de kamer (zoals airco). Als het lukt zou ik deze tekeningen graag willen vergelijken met droomslaapkamertekeningen uit Nederland.
De lesvoorbereiding
Leeftijd: 4 t/m 8
Aantal lln: 34 (2 groepen van 17)
Beginsituatie:
De activiteiten worden gegeven op de naschoolse opvang. De leerlingen zullen dus minder concentratie hebben aangezien zij al een lange schooldag erop hebben zitten. Hierdoor kunnen de leerlingen sneller afgeleid zijn. De leerlingen zijn geen vaste structuur gewend. De leerlingen hebben de leeftijden tussen 4 en 8 jaar. Er zal daarom gedifferentieerd moeten worden naar de capaciteiten en interesses van de leerlingen. De motivatie en het enthousiasme kan verbeterd worden door activiteiten aan te bieden die binnen de belevingswereld van de leerlingen zitten. Ook moeten we zorgen dat de leerlingen bezig blijven, zonder te veel wachtmomenten. De leerlingen hebben snel de neiging om bij rustmomenten rond te gaan lopen. Uit onze observatie blijkt dat een groep van 34 leerlingen aan de grote kant is om een goede les aan te kunnen bieden. Daarom hebben wij besloten deze groep in twee groepen te splitsen.
Aangezien dit een naschoolse opvang is zijn de doelen gericht op de ontwikkeling van motorische, cognitieve en sociale vaardigheden. Dagelijkse situaties, rituelen (zoals eten, spelen en slapen) en activiteiten kunnen gebruikt worden om de ontwikkeling van het kind te stimuleren.
Er zijn redelijk beperkte materialen beschikbaar. Dit is een verschil met de basisscholen in Nederland waar er veel ontwikkelingsmateriaal is.
Regels:
- Wanneer de tante het volgende zegt moeten de leerlingen stil zijn: “handen omhoog, handen op je hoofd, handen op je schouders en vinger op je mond.”
- De leerlingen vragen om naar de wc te gaan. Er wordt wel tussentijds een plaspauze ingelast.
- De leerlingen steken hun vingen op als ze iets willen zeggen.
- De leerlingen mogen zelf kiezen waar zij aan tafel gaan zitten. Ze mogen niet van hun stoel afkomen. Bij rumoerigheid zetten wij een leerling op een andere plek.
- De leerlingen spreken de tantes aan met twee woorden.
- De leerlingen gaan zuinig met materialen om.
Tijdsplanning
Introductie thema
13:00 – 13:30
Doel
De leerlingen kunnen het liedje ‘in Holland staat een huis’ meezingen op de goede toonhoogte.
Activiteit
Binnenkomst activiteit: de leerlingen komen in deze tijd groepje per groepje binnen.
We gaan het liedje ‘in Holland staat een huis’ aan de leerlingen aanleren. Wij bedenken het couplet met ‘in Suriname staat een huis’ er vervolgens zelf nog bij. Wij gaan dit aanleren door gebruik te maken van de weggeef methodiek.
Stap 1: We laten de leerlingen het lied horen via de box
Stap 2: We zingen het lied één keer voor.
Stap 3: We zingen het lied voor waarbij de leerlingen bij het woord huis een dakje maken met hun armen boven hun hoofd.
Stap 4: We zingen het lied en de leerlingen zingen het woord ‘huis’ mee.
Stap 5: Wij zingen het lied en de leerlingen zingen ‘in Holland staat een huis’ mee.
Stap 6: De leerlingen zingen het volledige lied mee.
Stap 7: De leerlingen zingen het volledige lied mee en het extra couplet ‘in Suriname staat een huis’.
(Stap 8: We maken een poortje door de leerlingen tegenover elkaar te zetten met de handen tegen elkaar als een dak. De voorste van de rij gaan onder de huisjes door en sluiten achteraan aan als huisje.)
Vanaf stap 3 wordt iedere stap herhaald tot de leerlingen deze stap beheersen.
Materiaal
Boxje
Telefoon
Oefening woordenschat
13:30 – 13:45
Doel
De leerlingen verrijken hun woordenschat met woorden binnen het thema wonen.
Activiteit
We nemen verschillende materialen mee uit ruimtes van het huis. We vragen de leerlingen of ze de benaming van het object kunnen benoemen en of ze weten in welke ruimte het te vinden is. We kiezen materialen die bij de verschillende leeftijdsgroepen aansluiten.
Materiaal
Bestek
Kussensloop
Toiletrol
Kaars
Speelgoed
Borstel
Boekje
Afstandsbediening
Tosti ijzer
Tandpasta
Tafelkleed
Wasmiddel
Drama werkvorm
13:45 – 14:00
Doel
De leerlingen kunnen met behulp van hun lichaam en mimiek uitleggen in welke ruimte in huis zij zich bevinden.
Activiteit
De ruimtes en voorwerpen die bij de vorige opdracht aan bod zijn gekomen, worden nu ingezet bij het stil spel van de kinderen. Wij beelden een kamer uit. De leerling die raadt in welke kamer wij ons bevinden is als volgende aan de beurt. Hij/zij mag zelf een ruimte bedenken of ons vragen om een ruimte te kiezen. Wij kunnen eventueel ook mee doen als de kinderen het spannend of lastig vinden.
Materiaal
Lichaam
Tekenopdracht
14:00 – 14:50
Doel
De leerlingen kunnen aangeven wat voor hun een droomslaapkamer is.
De leerlingen kunnen hun fantasie omzetten in een tekening.
Activiteit
Wij beginnen met de klassikale uitleg. We vertellen dat de leerlingen een tekening gaan maken van hun droomslaapkamer. We benoemen verschillende aspecten van de slaapkamer: kleur muur, wat voor spullen, hoe groot de kamer is, wat voor soort bed en hoe de kamer is ingericht. Vervolgens delen we de papieren en materialen uit en mogen ze meteen beginnen. We lopen rond om vragen te stellen die de leerlingen meer uitdagen en om te begeleiden bij het tekenen.
Materialen
A4 papier
Potloden
Gum
Puntenslijpers
Klaar opdracht
Doel
De leerlingen kunnen realistisch de buitenkant van hun eigen huis tekenen.
Activiteit
De leerlingen gaan als klaar opdracht de buitenkant van hun eigen huis tekenen op de achterkant van het vel.
Materiaal
A4 papier
Potloden
Gum
Puntenslijpers
Evaluatie
14:50 – 15:00
Wat voor nieuwe woorden hebben we geleerd?
Wat was het mooiste uit jouw droomkamer?
Zingen we het lied nog een keer?
Uitvoering
Op dinsdag heb ik onze lesvoorbereiding voor het eerst uitgevoerd. Tijdens deze uitvoering had ik in mijn eentje een groep van 17 leerlingen. Er was wel een tante bij om mij te helpen als dat nodig was. Doordat de tante op de verkeerde manier ingreep was dit echter meer een afleiding dan een hulp. Op woensdag gaf ik de lessenreeks samen met Anouk. Dit ging heel soepel en ik heb Anouk iets meer de leiding gegeven, omdat ik op dinsdag al de gehele lesvoorbereiding had uitgevoerd.
De eerste werkvorm was het liedje aanleren. Sommige leerlingen kende dit liedje al, de anderen konden het vrij snel meezingen. We hebben elke stap rustig doorgenomen en alleen het dakje bij huis hebben we vaker herhaald, ook omdat we merkte dat ze dit leuk vonden. Het maken van het poortje ging beiden keren niet zoals gepland. Toen we woensdag na de lessen nog wat tijd over hadden, hebben we dit verder geoefend waardoor het met deze groep uiteindelijk lukte.

Het materialenspel en dramaspel gingen goed. Wij hadden een juiste inschatting gemaakt van de woorden die ze makkelijk of lastig zouden vinden en het was een goede keuze geweest om mee te doen bij het dramaspel. De leerlingen vonden het erg leuk en luisterden goed.
Als laatste onderdeel hadden we een tekenactiviteit waarbij de leerlingen hun droomslaapkamer gingen tekenen. We moesten veel vragen stellen aan de leerlingen om de tekeningen goed te kunnen begrijpen. Daarom hebben we besloten om woordjes bij de tekeningen te schrijven zodat we konden onthouden wat ze getekend hadden. Om echt een goed beeld te krijgen van de verschillen in droomslaapkamers gaat mijn moeder binnenkort een klas op haar school vragen om ook droomslaapkamertekeningen te maken. Wanneer ik deze binnen heb zal ik deze nog gaan vergelijken.
De evaluatie waren wij helaas vergeten aangezien de leerlingen ook nog moesten drinken en naar de wc moesten. Door onverwachte tijdsverschillen bij de opstart en de afsluiting hebben wij onze tijdsplanning aan moeten passen. Hier zijn we flexibel mee omgegaan en dit kwam uiteindelijk nog beter uit qua tijdsplanning dan dat we verwacht hadden.

Comments